31 March 2009

Some pics


Deze eerste twee foto's zijn dees weekend genomen in Grand Béréby, op het strand van la baqie des sirènes. Dat was vroeher een viersterrenhotel, maar is gesloten sinds de oorlog. t Is echt een stukje hemel op aarde daar! het schoonste strand dat ik ooit heb gezien! t word hier alsmaar beter.

bloemeke van onze ylangylang boom


de club hier op de plantage



homo erectus










30 March 2009

a new step in evolution

Onze kleine cascadeuse is in een hogere vitesse geschoten. De afgelopen week is ze beginnen kruipen, al is dat niet met grote overtuiging en gebruikt ze dat enkel in de hoogste nood ( t is zoveel beter als mama haar gewoon komt pakken en brengt naar waar ze wil zijn!). Als ze dan kruipt is het alsof ze niet kan kiezen of ze op haar voetjes ogf op haar knietjes wil voortbewegen. David zegt dat ze precies een minipiraatje is met zo een houten been, alleen het ooglapje ontbreekt. Ze beweegt maar een beentje en het ander sleept ze voort; maar als ze een doel voor ogen heeft, is ze er wel in de kortste keren.
Ze is ook begonnen zichzelf op te trekken en daarmee kan ze zich overleveren aan haar favoriete bezigheid: op de salontafel kloppen. En soms probeert ze s recht te staan zonder steun, maar dan valt ze io haar kopje en is ze boos.
Met haar nieuw verworven mobiliteit zit ze en plus de ganse tijd de living te boobytrappen en het is echt opletten om niet je nek te breken over allerlei speelgoed.
Ze is ook nog volop tandjes aan het krijgen, momenteel moet nummer zes zijn doorbraak maken. Resultaat is dat ze nog steeds overal op loopt te bijten en zelfs als ze zit te spelen draagt ze nog iets in haar mond. Soms bijt ze op haar plastic bekertjes en dan lijkt ze wel een eendje, met dat bekertje voor hare neus. Ze heeft een supergezellige moussen speelmat, en toch moet ze daar elke keer net naast gaan zitten.
Iets wat ze tegenwoordig heel geweldig vindt – en wat wij weer helemaal niet snappen (domme ouders) – is al zittend om haar as draaien. Ik moet eerlijk toegeven dat ze daar dan ook meester in is, want ze slaagt er elke keer in, al doet ze twintig toerkes, om haar kontje op exact hetzelfde plaatske te laten.

27 March 2009

Too much work will kill you

Ik heb waarschijnlijk al laten vallen dat er hier een nieuwe jonge expat is toegekomen, ene die ook een vrouw en een kindje heeft van de leeftijd van Aini. Wel, die jongen zoekt dus personeel. Aangezien er niet echt iemand meer rondloopt die al voor de sogb gewerkt heeft, vragen wij aan ons Maryam of ze niemand kent.
Ja, zegt ze, ze kent iemand die al gewerkt heeft voor de blanken, maar die vrouw is niet meer geinteresseerd om te werken. Op dit moment valt mijn mond zowat open. Ik vraag verder en zeg dat dat eventueel misschien iemand kan zijn zonder ervaring, als ze maar bereid zijn om te leren.
Neen, zegt ze, de mensen hier zien dat niet zitten, dat werk. Je kan je voorstellen dat mijn ogen nu ook uit hun kassen vallen van verbazing! Versteld vraag ik haar dus hoe dat dan komt. ‘Ze vinden dat te moeilijk’, is haar antwoord, ‘met zo een baby’.
Ik antwoord dat het niet de bedoeling is dat ze nounou gaan spelen, dat die mama ook thuis is en dat ze basically hetzelfde werk moeten doen als Maryam, zijde het huishouden, koken en heel soms maar eens op die baby passen en da’s zelfs ni zeker.
‘Tja,’ zegt ze; ‘ze willen dat hier gewoon niet doen. Want da s te moeilijk.’
Ik nog steeds verbauwereerd. Ik zeg: ‘maar allee, ge kunt hier toch uw uren regelen met uw patron. En t is toch geen zwaar werk.’ Ik voeg eraan toe dat in Kameroen de mensen stonden te springen om bij de ‘blanc’ in huis te komen werken, dat we bijna elke week iemand aan de deur hadden om ons om een jobke te smeken... geen avans.
En wij die dachten dat het niet erger kon dan in Kameroen... Ik heb de indruk dat die croemen (da s de naam van de stam die hier leeft) de Kameroenezen nog overtreffen in hun luiheid.
Na dit alles dien ik er wel even bij te vermelden dat ons Maryam geen Ivoriaanse is, maar van Nigeriaanse afkomst, al heeft ze wel al bijna haar hele leven hier in Ivoorkust gewoond. Ik wist dat eigenlijk al voor dat ze dat had verteld, maar David geloofde mij niet en heeft haar dat dus maar gevraagd.

25 March 2009

Update

Nu we allemaal een stuk beter zijn, zal ik er maar van gebruik maken om nog eens wat te schrijven.

Iets wat mij enorm geshockeerd heeft hier in Ivoorkust, is dat er hier zo goed als geen ‘brousse’ meer is. Waar je in Kameroen gans de weg opkeek tegen twee muren van groen aan weerszijden van de baan, overzie je hier een gedeprimeerd landschap, met laagbegroeiing en struikgewas en af en toe een desolate dode boom die daartussen uitsteekt.
En hoewel de grond hier toch vrij vruchtbaar is, worden hier amper gewassen verbouwd. Groenten en fruit hier worden allemaal ingevoerd, dikwijls zelfs uit naburige landen of zelfs uit Europa. Wat soms leidt tot exhorbitante prijzen (bv. 1 euro voor een miezirig, uitgedroogd stengeltje prei! En je kan niet echt zonder, want prei is toch de basis van heel wat gerechten).
Maar bon, gelukkig hebben we een tuintje met heel wat fruitbomen, en binnenkort beginnen we ook aan een groententuintje. Sinds we hier zijn hebben we nog geen enkele papaya, citroen of limoen moeten kopen.
Je vind hier eigenlijk wel redelijk wat, in San Pedro. Er is een fruit-en groentemarkt, die zoals ik al zei vrij duur is (je moet heel wat onderhandelskills meebrengen om deftige prijzen te krijgen) en een vrij grote supermarkt. Er is zelfs een bakkerij waar je boterkoeken kunt kopen. Ik heb mij op die groentemarkt al een vaste verkoopster aan de hand gedaan (da’s altijd handig, want dan moet je op den duur niet teveel meer onderhandelen), een sympathiek meisje dat Kadi heet (de mensen zijn hier trouwens in t algemeen veel mooier dan in Kameroen). En aangezien ze hier sinds de oorlog geen zo’n grote aankopers meer hebben gezien, ben ik er zeker van dat zij heel blij is met mij als klant.

We zijn eigenlijk al heel wat rondgetrokken voor hier nog maar zo kort te zijn. Ik ben hier nu iets meer dan een maand en heb al San Pedro, Abidjan, Grand Bereby en Dawa gezien. Grand Bereby en Dawa zijn hier het dichtste bij. Stilaan beginnen hier terug zaakjes open te gaan. In Grand bereby zijn we al twee keer gaan eten in een restaurantje op het strand (daarvan een tijdje terug foto’s) dat ‘La flotte’ heet. Het wordt gerund door een locale en het eten is er best wel lekker, maar je moet er niet met een dringende honger naartoe, want je kan gemakkelijk twee uur op je eten wachten...
Een paar weken terug zijn we in Dawa uitgenodigd op een feestje... het strand daar is precies een stukje hemel. Het etablissement waar we gingen eten is maar poverkes, maar het uitzicht en het lapje schaduw onder de grote bomen zijn zo zalig, dat je dat eigenlijk vergeet... En ik was al zo onder de indruk van de stranden in San Pedro!

Binnen een goede week komt er hier nog een vrouw toe met een baby die even oud is als Ainike. No more solitude!!! Alhoewel ik vind dat ik daar hier niet zoveel last van heb gehad tot nu toe. Er komt nog een andere blanke vrouw toe binnen een week of drie, maar die is wel een stuk ouder. (blijjkbaar was ik de eerste blanke vrouw hier op de plantage sinds ze door de oorlog de vrouwen met militair convooi hebben gerepatrieerd)

Ons Ainike is tegenwoordig zeer casse-cou aan t worden, ze springt gans de tijd uit het bed en steekt alles in hare mond. Gisteren heeft ze zelfs een sprikhaan opgegeten, en dat vond ze dan blijkbaar lekker ook. Ze kan zogezegd niet kruipen, maar da s eigenlijk een dekmantel, want voor ge t weet is ze twee meter verder, en als ze ergens wilt zijn is ze er in een wip. Zo dacht ik Davids vuile schoenen veillig uit haar buurt gezet te hebben, zie ik haar ineens toch met een schoen, was ze het vuil eronderuit aan het halen om dat op te eten... lekker aarde!

Nesting

Wederom zijn wij een nestje aan het bouwen. Ik heb eindelijk eens planten in mijn huis staan! En ik heb er mijn persoonlijke missie van gemaakt onze zielige veranda om te toveren tot leefruimte. Ik vind dat als je zo’n ruimte hebt, dat je ze ook moet gebruiken! We hadden hier een enkel bed staan, en dat heb ik naar daar laten versleuren om er een dagbed van te maken. Ook zijn we zo’n plastic geweven tapijt gaan kopen op de markt (blijkbaar zijn dat bidtapijten van de moslims, maar ge kunt dat met water kuisen en da s net iets aangenamer voor de voeten dan gewoon beton). K Heb ook wat vrolijke panjes gekocht om wat kussenslopen en tafeldoeken te maken.
Binnen een goede week komen onze koffers uit Kameroen en dan kunnen we het daar volledig af maken. Sinds deze zaterdag staat ons gerief in Abidjan, en ze hebben ons verzekerd dat de dedouanement maar twee weken in beslag zou nemen. Mijn vingers jeuken al om er hier een echt thuisje van te maken. Vreemd genoeg voel ik mij hier precies al thuis, terwijl ik dat nooit echt gehad heb in Kameroen.
We hebben ook al een tuinman aangenomen, die eerstvolgende maandag aan zijn werk begint. Misschien komt er dan toch eindelijk eens een potager van... en een kruidentuintje en kippen... Ben ik mij nu teveel aan het settelen?

22 March 2009

temporarily out of order

our house
klein lief prinsesje in magical toy land (dat was dus wanneer ze malaria had, niet slecht he...)

zie naar die tandjes!!! Ondertussen komt tandje nummer vijf ook al uit.


Ja, ik heb David bijna kaal geschoren.... oeps! (op deze foto valt het eigenlijk best wel nog mee)



Ik ben een hele tijd 'out' geweest', daardoor geen posts, de afgelopen weken. Even een snelle uitleg: eerst had ons pruts roseola, daarna had ik malarie, daarna zij ook, om nu als kers op de taart ikke een serieuze verkoudheid te hebben en Ainike een otite. Maar bvon, nu zijn we hopelijk allemaal op de betere weg.




Hier dus op aanvraag ook een aantal foto's.

02 March 2009

Béréby & Aini pictures







Abidjan

So much to tell, so little time…
Hoewel ik mijn best doe elke keer te schrijven wanneer ik er de kans toe krijg, kan ik onmogelijk alles wat er zich afspeelt en alles wat ik te vertellen heb bijbenen. Straks krijg ik zowaar stress!!! (alhoewel mij dat toch highly unlikely schijnt)
Maar er valt wel iets voor te zeggen dat er hier veel meer te doen is dan in Kameroen.

Visiting the city of one hundred thousand bats (Yesterday, we took a plane to Abidjan, where David had a meeting in the afternoon)
Voor de achtste keer in haar leven, nam Aini vanochtend het vliegtuig terug naar San Pedro, na een sneltreinbezoek aan Abidjan.
Woensdagochtend rond negen uur namen we het vliegtuig heenwaarts. Daar aangekomen zijn we snal naar Orca gereden, om inkopen te doen voor ons huis, want zoals gewoonlijk ontbreekt het hier aan vanalles en nog wat, en is wat we hebben meestal in lamentabele staat. (Volgens Davids baas is er dus weer veel geroofd uit het huis, want blijkbaar was het goed gefurnished voor wij hier toekwamen), daarna naar Cap Sud, het shopping center dat er net tegenover ligt. Ja, u leest het goed: shopping center. Als je daar binnen stapt waan je je zowaar in Europa! Hobby winkel, Hugo Boss, parfumeries, ijssalon, hamburger- en pizzatent, sportwinkel, mediawinkel, zelfs kinderwinkels (kleding, schoenen...) wachten daar tot de gretige koper zijn portefeuille opent. David heeft mij daar eerst een rondleiding gegeven, waarna ik de magazine-afdeling van de mediastore heb overvallen.
Na een snelle lunch en een toerke door de supermarkt voor vlees (varkensvlees vind je niet in San Pedro, aangezien zowat alle noemenswaardige winkels door moslims worden uitgebaat), snel richting ons hotel. Deze keer de Ibis Plateau, ipv de Novotel. Geraken we daar toch vast in een monsteropstopping! David stressen natuurlijk, want hij was gewoon meegekomen om mij te installeren, maar moest al om twee uur op een vergadering zijn. Klaarblijkelijk was de ganse stad gemobiliseerd voor het pan-afrikaanse kampioenschap voetbal op provinciaal niveau (of zoiets). Maar bon, all’s well that ends well, hij had maar tien minuutjes vertraging voor zijn meeting.
Om iets na vier was mijn lieve man al terug, wat betekend dat we nog een stapje in de wereld konden zetten. Als de vliegende bliksem naar de ‘marche de Cocody’ en ik moet bekennen: ik ben FAN! De ‘marche de Cocody is een marktje waar je een heel scala aan artisanale en lokale producten vind, type: kleine kraampjes, nauwe steegjes, gretige verkopers... maar allemaal heel sympathiek en niet zo bedrukkend als de ‘marche aux fleurs’ in Douala. Meer op z’n Noord-Afrikaans. De verkopers zijn er ook adept van onderhandelen.
Resultaat: we zijn thuisgekomen met een rok- en topje (op commissie van Marie), twee hamden voor David, een pluche olifantje voor Aini (cadeau) en een super super supermooi schilderij op doek. Dat laatste moest ik eigenlijk ook meebrengen voor Marie, maar ik vond ‘m zo mooi dat ik ‘m echt niet kan weggeven. Boven ons bed zal hij hangen (maar eerst nog een frame laten maken).
Om zeven uur zouden we opgehaald worden om te gaan eten met een leverancier, dus eens onze centjes gerold hadden, terug naar het hotel. Toen David in de douche was keek ik even uit de ruit. Het was beginnen schemeren en de lucht zag zwart van de vogels. Of niet? Toch vreemde vogels... Na nader onderzoek bleken het vleermuizen, honderden duizenden wel nog!!! Allemaal als woestelingen door elkaar aan het vliegen boven de avondlijke sluimering van Abidjan. Enkelen vlogen rakelings aan ons raam voorbij. Ik wist echt niet dat zoiets kon. Wat eerst nog een tafereel uit ‘the birds’ had geleken, bleek dus uit ‘Dracula’ te zijn gegrepen. Huiveringwekkend en intrigerend tegelijkertijd.
De stad is ongeloofelijk stil na zonsondergang, met nauwelijks verkeer (en dat terwijl in Douala net dan de mensen buitenkwamen, dus we stonden versteld), een overblijfsel van de oorlog? En gigantisch! Dat had ik wel al gemerkt vanuit het vliegtuig, maar het is nog impressionanter wanneer je erdoor rijd. Er is immers weinig hoogbouw, tenzij dan voor hotels en kantoorruimte.
Het restaurant waar we heen gebracht werden heette Di Sorrento, een aangename plaats. De tafeltjes waren ondergebracht in individuele paillotjes, gecentreerd rond de bar; en het eten was er voortreffelijk. Maar dat was wel allemaal onder groot protest van ons Ainike, die door een drukke dag van observatie nog niet tot een dutje was gekomen en s ochtends ook al voor haar uur was opgestaan (behalve dan op het vliegtuig, daar doet ze altijd een flink doke op... t zal da lawaai zijn dat haar in slaap wiegt zeker). Gelukkig waren we rond halftien al terug op de kamer, waar een welverdiende nachtrust ons opwachtte.
En bij de ochtenschemer terug uit de veren, terwijl de vleermuizen zich naar hun onderkomens haastten.