02 March 2009

Abidjan

So much to tell, so little time…
Hoewel ik mijn best doe elke keer te schrijven wanneer ik er de kans toe krijg, kan ik onmogelijk alles wat er zich afspeelt en alles wat ik te vertellen heb bijbenen. Straks krijg ik zowaar stress!!! (alhoewel mij dat toch highly unlikely schijnt)
Maar er valt wel iets voor te zeggen dat er hier veel meer te doen is dan in Kameroen.

Visiting the city of one hundred thousand bats (Yesterday, we took a plane to Abidjan, where David had a meeting in the afternoon)
Voor de achtste keer in haar leven, nam Aini vanochtend het vliegtuig terug naar San Pedro, na een sneltreinbezoek aan Abidjan.
Woensdagochtend rond negen uur namen we het vliegtuig heenwaarts. Daar aangekomen zijn we snal naar Orca gereden, om inkopen te doen voor ons huis, want zoals gewoonlijk ontbreekt het hier aan vanalles en nog wat, en is wat we hebben meestal in lamentabele staat. (Volgens Davids baas is er dus weer veel geroofd uit het huis, want blijkbaar was het goed gefurnished voor wij hier toekwamen), daarna naar Cap Sud, het shopping center dat er net tegenover ligt. Ja, u leest het goed: shopping center. Als je daar binnen stapt waan je je zowaar in Europa! Hobby winkel, Hugo Boss, parfumeries, ijssalon, hamburger- en pizzatent, sportwinkel, mediawinkel, zelfs kinderwinkels (kleding, schoenen...) wachten daar tot de gretige koper zijn portefeuille opent. David heeft mij daar eerst een rondleiding gegeven, waarna ik de magazine-afdeling van de mediastore heb overvallen.
Na een snelle lunch en een toerke door de supermarkt voor vlees (varkensvlees vind je niet in San Pedro, aangezien zowat alle noemenswaardige winkels door moslims worden uitgebaat), snel richting ons hotel. Deze keer de Ibis Plateau, ipv de Novotel. Geraken we daar toch vast in een monsteropstopping! David stressen natuurlijk, want hij was gewoon meegekomen om mij te installeren, maar moest al om twee uur op een vergadering zijn. Klaarblijkelijk was de ganse stad gemobiliseerd voor het pan-afrikaanse kampioenschap voetbal op provinciaal niveau (of zoiets). Maar bon, all’s well that ends well, hij had maar tien minuutjes vertraging voor zijn meeting.
Om iets na vier was mijn lieve man al terug, wat betekend dat we nog een stapje in de wereld konden zetten. Als de vliegende bliksem naar de ‘marche de Cocody’ en ik moet bekennen: ik ben FAN! De ‘marche de Cocody is een marktje waar je een heel scala aan artisanale en lokale producten vind, type: kleine kraampjes, nauwe steegjes, gretige verkopers... maar allemaal heel sympathiek en niet zo bedrukkend als de ‘marche aux fleurs’ in Douala. Meer op z’n Noord-Afrikaans. De verkopers zijn er ook adept van onderhandelen.
Resultaat: we zijn thuisgekomen met een rok- en topje (op commissie van Marie), twee hamden voor David, een pluche olifantje voor Aini (cadeau) en een super super supermooi schilderij op doek. Dat laatste moest ik eigenlijk ook meebrengen voor Marie, maar ik vond ‘m zo mooi dat ik ‘m echt niet kan weggeven. Boven ons bed zal hij hangen (maar eerst nog een frame laten maken).
Om zeven uur zouden we opgehaald worden om te gaan eten met een leverancier, dus eens onze centjes gerold hadden, terug naar het hotel. Toen David in de douche was keek ik even uit de ruit. Het was beginnen schemeren en de lucht zag zwart van de vogels. Of niet? Toch vreemde vogels... Na nader onderzoek bleken het vleermuizen, honderden duizenden wel nog!!! Allemaal als woestelingen door elkaar aan het vliegen boven de avondlijke sluimering van Abidjan. Enkelen vlogen rakelings aan ons raam voorbij. Ik wist echt niet dat zoiets kon. Wat eerst nog een tafereel uit ‘the birds’ had geleken, bleek dus uit ‘Dracula’ te zijn gegrepen. Huiveringwekkend en intrigerend tegelijkertijd.
De stad is ongeloofelijk stil na zonsondergang, met nauwelijks verkeer (en dat terwijl in Douala net dan de mensen buitenkwamen, dus we stonden versteld), een overblijfsel van de oorlog? En gigantisch! Dat had ik wel al gemerkt vanuit het vliegtuig, maar het is nog impressionanter wanneer je erdoor rijd. Er is immers weinig hoogbouw, tenzij dan voor hotels en kantoorruimte.
Het restaurant waar we heen gebracht werden heette Di Sorrento, een aangename plaats. De tafeltjes waren ondergebracht in individuele paillotjes, gecentreerd rond de bar; en het eten was er voortreffelijk. Maar dat was wel allemaal onder groot protest van ons Ainike, die door een drukke dag van observatie nog niet tot een dutje was gekomen en s ochtends ook al voor haar uur was opgestaan (behalve dan op het vliegtuig, daar doet ze altijd een flink doke op... t zal da lawaai zijn dat haar in slaap wiegt zeker). Gelukkig waren we rond halftien al terug op de kamer, waar een welverdiende nachtrust ons opwachtte.
En bij de ochtenschemer terug uit de veren, terwijl de vleermuizen zich naar hun onderkomens haastten.

2 comments:

  1. Anonymous3:10 PM

    Wow, als ik dat allemaal lees krijg ik de kriebels om te komen. Er is geen vergelijk met Cameroen, ongelooflijk.Ik zal dus meer moeten sparen want in Ivoorkust kun je dus WEL centjes uitgeven en zelfs ook eens op restaurant. Tof, tof, tof. Ik zie er naar uit.
    Mam

    ReplyDelete
  2. Aurélien B Balondona6:50 PM

    Good but for,those who are english speaking, how are they making?

    ReplyDelete